Het rapport introduceert een concretere en realistischere definitie van de term een volledig circulaire economie in 2050 “Circulair zijn betekent dat in ieder geval het grondstoffengebruik voor de Nederlandse productie en consumptie zodanig wordt teruggebracht dat het binnen de planetaire grenzen en de daaruit volgende ‘veilige operationele ruimte’ voor Nederland valt.” Het besef daalt in dat huidige doelstellingen niet binnen bereik liggen. Dat is natuurlijk zorgwekkend, maar tegelijkertijd leidt het tot meer urgentie.
Waar het beleid nu vooral vrijwillig en vrijblijvend is, zullen we in de toekomst meer rechtgevende en dwingende maatregelen zien. Met de insteek dat tweedehands de norm wordt. De ontwerp- en gebruiksfase komt voorop te staan om de levensduur van producten zo duurzaam mogelijk te verlengen. De nevendoelstelling daarvan is dat de zogenaamde gemakskloof gedicht moet worden. Dat houdt in dat het in de toekomst eenvoudiger en goedkoper moet zijn om tweedehands te kopen in plaats van nieuw.
Tweedehands als eerste keus
Door circulaire inkoop en aanbestedingen te stimuleren zou volgens het rapport meer marktvraag voor circulaire producten gecreëerd moeten worden. Maar hier worden de hoogste tredes refuse en reduce van de r-ladder over het hoofd gezien. Terwijl producten vaak worden vervangen terwijl deze nog goed functioneren. Consumenten zouden eerst moeten kijken of het wel nodig is om iets nieuws te kopen of proberen oude producten te repareren of aanpassen om weer aan de huidige wensen te voldoen voordat er aan nieuwe (tweedehands) koop word gedacht.
Er is in Europa en ook Nederland specifiek gelukkig steeds meer aandacht voor het belang en de rol van de sociale kant in een circulaire economie. Zo is het goed dat het begrip brede welvaart in het NPCE naar voren komt. De circulaire economie moet ervoor gaan zorgen dat het menselijke en economische handelen weer meer in balans komen. Het wordt hoog tijd dat ambachtelijk werk meer gewaardeerd wordt en het onderwijs vervult een belangrijke rol om dat te bereiken. Het belang van sociaal-inclusieve werkplekken en het creëren van kansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt komen ook naar voren. Het is belangrijk en een vooruitgang dat de sociale kant van de circulaire economie op deze manier aandacht krijgt in een overheidsrapport.
Tweedehands producten en de sociale economie worden erkend als belangrijke pillaren voor een circulaire economie. Het rapport oppert echter nog te weinig oplossingen om het ook daadwerkelijk waar te maken. Zo wordt vergroening van het belastingstelsel in het hele rapport niet benoemd. Terwijl er genoeg mogelijkheden zijn om via fiscale regelingen oplossingen en kansen te bieden op zowel duurzame als sociale vraagstukken. Voor echte systeemverandering naar een circulaire economie is het noodzakelijk om belasting op arbeid te vervangen door belasting op grondstof. Daarnaast zou het behulpzaam zijn voor de transitie als tweedehands producten minder belast worden dan nieuwe producten.
Het rapport staat vol met mooie vergezichten en visies over systeemverandering. We moeten bijvoorbeeld “de fysieke, sociale en economische omgeving zo inrichten dat circulair gedrag makkelijk, logisch en eerlijk is” en “ons sociaaleconomisch systeem inrichten op basis van andere spelregels. Van lineaire bedrijven die niet willen of kunnen omschakelen naar een circulaire economie nemen we uiteindelijk afscheid.” Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De maatregelen die worden voorgesteld in het rapport zijn voor deze belangrijke doelen niet toereikend, wat in het rapport overigens ook word erkend. Het is daarom goed dat er elke twee jaar wordt gekeken of er nieuwe maatregelen nodig zijn en dat de overheid gaat beginnen met een monitoring.
Tot slot lijkt het erop dat om meer onderzoek wordt gevraagd wanneer het lastig lijkt om echte actie te vinden. Zo gaat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laten onderzoeken wat de onderliggende redenen voor overproductie en -consumptie zijn. Natuurlijk interessant om dit nog beter in kaart te hebben maar volgens ons weten we hier al genoeg over om in actie over te gaan, het is dus meer een kwestie van doen.
BKN is trots om als koploper actief mee te werken aan deze transitie. We doen dit onder andere via het transitieteam consumptiegoederen en het kernteam circulaire ambachtscentra. Onze leden zijn deel van de keten en vormen een onmisbare schakel in de circulaire economie. Nu het rapport uit is, is het belangrijk om vaart te maken op de uitvoering. Op naar een circulaire economie in 2050!
Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws over de kringloopbranche van Nederland?
Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
E ofni.[antispam].@kringloopnederland.nl
T 030 341 00 55
Bezoek- en postadres
2e Daalsedijk 6a
(UCo, Utrecht Community)
3551 EJ Utrecht
Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws over de kringloopbranche van Nederland? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
©2023 Branchevereniging Kringloop Nederland
E ofni.[antispam].@kringloopnederland.nl
T 030 341 00 55
Bezoek- en postadres
2e Daalsedijk 6a
(UCo, Utrecht Community)
3551 EJ Utrecht
Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws over de kringloopbranche van Nederland? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.